Paintball: Raak geschoten 030

Het is de perfecte dag voor een bedrijfsuitje. De lucht is helderblauw en de sfeer tussen de collega’s is ontspannen. Iedereen heeft zin in een mix van competitie en plezier. Lotte en Sophie zijn er ook en hebben er zin in. Ze kennen elkaar inmiddels goed. Lotte werkt op de salesafdeling en Sophie is office manager. Officieel hebben ze weinig met elkaar te maken, maar toch zoeken ze elkaar steeds op. Tijdens de pauzes, bij de koffieautomaat, in de wandelgangen. Hun gesprekken verlopen moeiteloos: vaak luchtig, soms serieuzer. De hele dag door sturen ze elkaar berichten via MS Teams. Over wat de ander gisteravond heeft gedaan, of ze die ene serie al heeft gezien, en soms gewoon een subtiel compliment over een outfit.

Als je niet beter zou weten, zou je denken dat het gewoon heel goede collega’s zijn. Maar als je verder kijkt, zie je dat er meer is. Je kunt er niet meteen een woord aan geven, maar je kunt ook niet ontkennen dat het er is. Het zijn die blikken die ze elkaar toewerpen, nét wat langer dan nodig. Een bepaalde oogopslag. En de ’toevallige’ aanrakingen waarbij ze allebei niet meteen terugtrekken.

Paintball

Na een trage ochtend, waarin weinig gewerkt is, stappen ze rond het middaguur in de bus naar de locatie. De chauffeur brengt ze naar een bosrijke omgeving. Bij de oprit staat een bord met ‘paintball’, wat zorgt voor reacties van ‘yeeesss!‘ en ‘oh ja… dat lijkt me echt pijnlijk‘. Op het terrein staan grote legertenten en overkappingen met houten tafels en banken waar ze kunnen lunchen. De werkstress verdwijnt langzaam naar de achtergrond en de sfeer tussen de collega’s wordt losser. Harde grappen vliegen over en weer, strategieën worden half serieus besproken en iedereen heeft zin in een beetje competitie.

Als iedereen klaar is met eten, is het tijd om om te kleden in de muffe legerbroekpakken met bescherming. De instructeur geeft een korte uitleg, niet alleen over de regels maar ook over het gebruik van de paintballguns. Natuurlijk is het weer Klaas van ICT die het presteert om, zonder dat het de bedoeling is, een aantal verfkogeltjes tegen het tentdoek te schieten. Lotte en Sophie kijken elkaar aan. Het is altijd dezelfde die dit soort dingen doet…

Oké, dames en heren, luister goed!” De instructeur klapt in zijn handen. “Jullie gaan zo paintballen in teams. Het is de bedoeling dat je de vlag van het andere team vindt. Zo meteen krijgt iedereen 5 minuten om de vlag te verstoppen. Maar eerst heb ik teams nodig. Kies zelf je teamgenoten uit waarvan je denkt dat ze je naar de overwinning gaan helpen of met wie je graag zoek wil raken in het speelgebied. Hoe je dat doet, mag je zelf bedenken!“.

De groep lacht en Lotte en Sophie draaien met hun ogen, maar Lotte ziet het wel voor zich: even zoekraken met Sophie, verstopt achter een stapel pallets. Ogen schieten heen en weer, mensen beginnen elkaar aan te kijken, een enkeling roept al namen. Lotte haalt een hand door haar haar en doet alsof ze nonchalant om zich heen kijkt. In werkelijkheid scant ze de groep op zoek naar Sophie. Ze wil bij haar in het team, maar het moet natuurlijk overkomen. Sophie voelt hetzelfde. Ze rommelt zogenaamd nog met haar handschoenen terwijl ze in haar ooghoeken Lotte zoekt.

Winnen

Zullen wij zorgen dat ons team gaat winnen?” Lotte’s stem klinkt luchtig, bijna terloops. Maar haar hartslag en hoge ademhaling verraden haar bijna. Sophie kijkt op, haar mondhoeken krullen omhoog. “Lijkt me een goed plan. Dat moet ons wel lukken, toch? Om de eer van de vrouwen hoog te houden, vind je niet?” Haar toon is speels, maar haar ogen vertellen iets anders. “Tuurlijk,” antwoordt Lotte, haar blik kort vasthoudend voordat ze zich naar de rest van de groep richt. De teams worden verder gevormd, de adrenaline stijgt. Maar voor hen voelt het alsof het echte spel allang begonnen is.

Sophie friemelt aan de banden van haar masker, haar wenkbrauwen gefronst. “Dit ding zit niet goed,” mompelt ze, terwijl ze nog eens probeert de gesp strakker te trekken. Lotte, die haar al een paar tellen gadeslaat, grijnst en stapt dichterbij. “Wacht, laat mij je helpen, ik zal je wel redden,” zegt ze, haar stem licht plagerig. Voordat Sophie kan protesteren, pakt Lotte voorzichtig de banden en trekt ze op de juiste manier vast. Haar vingers raken even de huid achter Sophie’s oor, een warme, vluchtige aanraking. Sophie houdt haar adem in.

Zo, dat moet beter zitten,” zegt Lotte, maar haar handen blijven nog net iets te lang bij het masker hangen. Ze kantelt haar hoofd en ziet een pluk haar die ontsnapt is, langs Sophie’s wang. Zonder erbij na te denken brengt ze haar hand omhoog en duwt de lok zachtjes achter het masker. Sophie verstijft even onder de aanraking, haar ogen groot. Lotte voelt hoe haar eigen ademhaling stokt, hoe de lucht tussen hen zwaar lijkt te worden. Het is maar een halve seconde—of misschien langer.

Euh, ja, dank je, dat zit inderdaad beter,” fluistert Sophie uiteindelijk, haar stem iets zachter dan normaal. Lotte knikt en dwingt zichzelf een stap achteruit te zetten. “Geen probleem,” zegt ze, alsof haar hart niet net een slag heeft overgeslagen. “Zeg Jut en Jul, zijn jullie klaar of blijven jullie nog even flirten?” Klaas van ICT schiet langs hen heen en grijnst breed. Sophie lacht ongemakkelijk en trekt snel haar handschoenen recht. “Ja, ja, we komen eraan,” snuift ze, terwijl ze haar blik even van Lotte afwendt. Lotte haalt diep adem, schudt lachend haar hoofd en pakt haar paintballgeweer. “Kijk maar uit, Klaas. Ik heb nog een ruime voorraad kogeltjes en ik bewaar ze met alle liefde voor jou….” Klaas lacht hardop en verdwijnt richting de rest van de groep, terwijl de spanning tussen Lotte en Sophie blijft hangen—onuitgesproken, maar onmiskenbaar.

Ready…

De teams staan klaar. Het startsignaal klinkt en binnen een paar tellen stuift iedereen uit elkaar. Lotte duikt laag naar voren en sprint met snelle passen naar een grote houten ton, haar paintballgeweer stevig in haar handen. Sophie volgt haar voorbeeld en zoekt dekking achter een boomstam. Overal klinken schoten, gekleurde verfspetters vliegen in het rond. Gelach en strijdkreten vullen het speelveld.

Lotte werpt een snelle blik op Sophie. Hun blikken kruisen elkaar, een fractie van een seconde langer dan nodig. Alsof ze, zonder het hardop te zeggen, hebben besloten dat ze elkaar in de gaten houden. Sophie knikt subtiel en glipt verder naar voren, haar bewegingen soepel en gefocust. Het doel is duidelijk: de vlag van de tegenpartij vinden. Hun teamgenoten verspreiden zich door het veld, schietend, ontwijkend, roepend. Lotte en Sophie blijven dicht bij elkaar, zich geruisloos verplaatsend van dekking naar dekking. Tussen de bomen door zigzaggen ze richting het midden van het speelveld, waar zich een oude houten constructie bevindt—een soort verlaten huisje dat dienstdoet als strategisch uitkijkpunt.

Daar,” sist Sophie, terwijl ze naar het huisje wijst. Lotte knikt en gebaart dat ze haar volgt. Samen sluipen ze naar binnen, hun ademhaling iets versneld door de adrenaline. De ruimte is krap, stoffig en half open aan de achterkant. Vanuit hier hebben ze goed zicht op het veld. “Ik denk dat de vlag verderop moet zijn,” fluistert Sophie, terwijl ze door een kier in de houten wand gluurt. Lotte staat vlak achter haar, iets te dichtbij misschien. Haar schouder raakt heel even die van Sophie. Een onschuldige beweging, maar de elektrische lading tussen hen is merkbaar. “Misschien,” antwoordt Lotte . Maar haar aandacht ligt niet meer op het spel.

Sophie draait zich iets om, hun gezichten nu amper een paar centimeter van elkaar verwijderd. Even lijkt het alsof de tijd vertraagt. Lotte voelt haar hart in haar borst bonzen. De hitte van hun lichamen in de kleine ruimte is haast voelbaar. Buiten klinken voetstappen. Waarschijnlijk iemand van de tegenpartij nadert. Maar Lotte en Sophie bewegen geen spier. Hun ogen blijven op elkaar gericht. Wachtend. Aftastend.

Adem

Sophie zucht en trekt even aan de band van haar masker. “Dit ding knelt,” fluistert ze. “Ik kan nauwelijks ademen.” Lotte werpt een korte blik op haar. In het warme zonlicht dat door de houten openingen van het huisje valt, ziet ze hoe Sophie’s borstkas sneller op en neer gaat. Haar huid glanst licht van het zweet, haar ogen schieten onrustig heen en weer. Buiten, onder de felblauwe lucht, knallen de verfkogels in het rond, maar hier binnen voelt het alsof de tijd even stilstaat.

Lotte stapt dichterbij, zonder er echt over na te denken. “Laat mij maar even,” zegt ze zacht. Ze tilt haar handen op en maakt voorzichtig de gesp los. Haar vingers strijken langs Sophie’s gezicht, een aanraking die nauwelijks merkbaar zou moeten zijn, maar dat wel is. Sophie houdt haar adem in wanneer Lotte het masker van haar gezicht haalt. Even blijven ze zo staan, nauwelijks een paar centimeter van elkaar verwijderd. Sophie ademt diep in en sluit kort haar ogen, genietend van de frisse lucht die door de openingen van het huisje waait. Wanneer ze haar ogen weer opent, staat Lotte er nog steeds. Dichtbij. Heerlijk dichtbij.

Buiten schittert de zon op de restanten van verfballen die uiteengespat zijn op houten obstakels en boomstammen. Collega’s roepen naar elkaar, ergens klinkt gelach. Maar hierbinnen is het stil. Lotte’s blik dwaalt af naar Sophie’s lippen, dan weer naar haar ogen. Ze weet niet wie van hen zich als eerste naar voren beweegt, maar opeens is er geen ruimte meer tussen hen. Sophie slikt, haar ademhaling onregelmatig. “Ik .. euh…mag…” Ze hoeft niet meer te praten. Lotte brengt haar hand omhoog, haar vingers rusten even in Sophie’s nek voordat ze langzaam naar voren leunt. De eerste aanraking is voorzichtig, aftastend. Hun lippen vinden elkaar in een zachte, onzekere kus. Maar zodra Sophie zich een fractie beweegt, iets dieper tegen haar aan leunt, verandert alles.

De spanning die zich al maanden tussen hen heeft opgebouwd, komt in één beweging vrij. Lotte trekt Sophie steviger naar zich toe, haar hand glijdt langs haar kaak terwijl hun lippen opnieuw samenkomen—intens, zoekend, alsof ze iets inhalen. Sophie’s vingers grijpen zich vast aan Lotte’s pak, haar lichaam drukt zich dichter tegen haar aan. De warmte van de dag lijkt zich in hun lichamen te nestelen, en toch rilt Sophie even—niet van de kou, maar van de manier waarop Lotte haar kust.

Gezien

Totdat er plotseling een doffe klak klinkt. Lotte deinst geschrokken achteruit terwijl een feloranje verfspat zich over haar helm verspreidt. Sophie slaat een hand voor haar mond en probeert een lach te onderdrukken. “Lekkere schuilplaats, dames,” klinkt een grijnzende stem. Die irritante Klaas natuurlijk weer. Hij leunt nonchalant tegen een boom en laadt zijn wapen opnieuw. “Maar volgens mij was die niet alleen op je helm raak, of wel, Lotte?“. Lotte’s wangen gloeien, maar ze herpakt zich snel. “Haar masker zat niet goed hoor!” kaatst ze terug terwijl ze haar masker weer opzet. “Ja, tuurlijk, wel fijn dat jij haar even geholpen hebt zeg…” antwoordt hij met een veelbetekenende blik en een vette knipoog

Sophie schudt lachend haar hoofd en trekt Lotte weer mee het speelveld in. Het spel is nog niet voorbij. Maar tussen hen is iets veranderd—iets wat niet meer terug te draaien is.

Na het paintballen loopt de groep terug naar de kleedruimtes om zich op te frissen. Lotte en Sophie blijven bewust op afstand van elkaar. Geen toevallige aanrakingen, geen gefluisterde woorden. Maar hun blikken? Die vinden elkaar telkens weer. Bij het handen wassen in de kleine, beslagen spiegel van de kleedkamer vangt Lotte Sophie’s blik op in de reflectie. Even blijft ze hangen, een halve seconde langer dan nodig. Sophie’s mondhoeken krullen omhoog, subtiel, bijna onzichtbaar voor een ander. Maar Lotte ziet het. En voelt het.

Tijdens het diner zitten ze niet direct naast elkaar. Een collega schuift net tussen hen in, alsof de ruimte dat zo heeft bepaald. Maar het maakt niet uit. Hun blikken zoeken en vinden elkaar tussen de gesprekken door. Een geamuseerde oogopslag als iemand een flauwe grap maakt. Een korte, gestolen blik terwijl een vork wordt opgetild. Lotte’s vingers spelen onbewust met de rand van haar glas. Sophie kantelt haar hoofd licht, haar ogen zacht, onderzoekend. Alsof ze de woorden op het puntje van haar tong houdt, maar ze voor nu voor zichzelf bewaart.

Ze praten met anderen, lachen mee met de groep, maar onder de oppervlakte is er iets dat alleen zij voelen. Iets wat niet meer ongedaan gemaakt kan worden.

De terugweg

Na het diner verzamelen de collega’s zich weer bij de bus. De energie van de dag is voelbaar afgenomen—waar iedereen op de heenweg nog luidruchtig grapjes maakte en plannen besprak, hangt er nu een ontspannen, bijna slaperige sfeer. Mensen geeuwen, leunen tegen de ramen of scannen gedachteloos hun telefoon.

Lotte en Sophie stappen als een van de laatsten in. Net als eerder schuiven ze vanzelfsprekend naast elkaar op een beschikbare tweezitsbank. De lucht in de bus is warm van de gesprekken en de mensen die dicht op elkaar zitten, maar buiten is het inmiddels fris geworden. Sophie ritst haar jas een stukje dicht en trekt de stof losjes over hen heen, een nonchalant gebaar dat tegelijkertijd alles zegt.

Lotte beweegt nauwelijks, maar onder de jas zoekt haar hand die van Sophie. Eerst aftastend, zacht, alsof ze wacht op een teken. Sophie reageert direct en sluit haar vingers om die van Lotte. Een lichte druk. Niet te stevig, maar vast genoeg om te laten weten: ik ben hier.

Lotte voelt hoe de vermoeidheid langzaam in haar lichaam zakt. De adrenaline van het paintballen, het ongemerkt aftasten tijdens het diner, de stilte van nu—het eist zijn tol. Ze haalt diep adem, haar hoofd leunt steeds iets dichter tegen Sophie’s schouder, tot ze haar ogen sluit en wegdommelt. De bus zoemt zacht over de weg, buiten trekken de lichten van de stad voorbij. De geluiden van collega’s op de achtergrond vervagen. Sophie beweegt niet, houdt zich stil. Haar vingers blijven in die van Lotte verstrengeld, haar duim strijkt langzaam over haar huid.

Dan, een klik. Sophie opent haar ogen en ziet Klaas voor zich, breed grijnzend, zijn telefoon net laten zakken. “Aah, een cute Kodak-momentje,” fluistert hij plagerig. Sophie schudt lachend haar hoofd en schopt zacht tegen zijn been. “Verwijderen.” “Zou kunnen,” mompelt Klaas, terwijl hij demonstratief zijn scherm bekijkt. “Of ik bewaar ‘m. Voor, je weet wel, onderzoek of voor later, in jullie plakboek“.

Lotte, die haar ogen op een kiertje opent, bromt slaperig: “Klaas, als jij morgen nog koffie wilt drinken zonder dat ik iets in je mok gooi, verwijder je die foto.” Klaas lacht, klikt een paar keer en houdt zijn handen omhoog. “Oké, oké. Maar dames… jullie zijn echt niet zo onopvallend als jullie denken.”, zegt hij op een zachtere toon. Sophie voelt haar wangen warm worden, maar Lotte drukt haar vingers net iets steviger om de hare. In de stilte die volgt, zegt niemand iets. Maar de boodschap is duidelijk.

Vond je ‘Paintball: raak geschoten’ leuk?

Lees ook:

Favoriet opslaan

Lees ook

17 juni 2025

(Not so) New to the game #036

Weet je, als iets oudere vrouw – al voel ik me vaak allesbehalve oud, hoor! – is het niet altijd makkelijk, dat daten. Vooral niet als je, zoals ik, o...
17 juni 2025

Hoge nood: op het toilet #035

Koningsdag in Utrecht had alles mee: zon, muziek, drank en uitzinnige mensen in oranje, wapperend langs de grachten. Zoë had al de hele middag door de...

Welkom bij Queerina

Deze website bevat content die alleen geschikt is voor bezoekers van 18 jaar en ouder.
Door verder te gaan, bevestig je dat je 18 jaar of ouder bent.
Wij hechten veel waarde aan het creëren van een veilige en inclusieve ruimte voor onze bezoekers. Heb je vragen of opmerkingen, neem gerust contact met ons op!