Op de uitkijk #023

De koele oktoberlucht prikt zachtjes op mijn wangen terwijl we zij-aan-zij lopen, zoals we zo vaak hebben gedaan. Als vriendinnen kennen we elkaar door en door. Jij kent mijn verhalen, mijn gedachten. Ik de jouwe. De avond is stil, op het ritselen van de bladeren na, en het voelt goed om weer samen te zijn. Ik glimlach naar je, en je grijnst terug zoals alleen jij dat kan. We praten over van alles en nog wat. Over werk, over plannen die niet doorgingen. Uiteindelijk komen we bij dat ene onderwerp waar we altijd op uitkomen: avonturen en dromen.

Jij hebt altijd een goed verhaal klaar, altijd iets spannends waar je van droomt maar nog nooit hebt durven doen. “Dit park,” zeg je opeens met die twinkeling in je ogen die ik zo goed ken, “zou echt een perfecte plek zijn voor een avontuur, vind je niet?” Ik lach om je, geef je een speelse duw tegen je schouder. “Ja?! Wat voor avontuur?” vraag ik, al klaar voor één van je wilde ideeën. Je kijkt om je heen, je ogen scannen de nachtelijke omgeving. Dan wijs je naar iets in de verte. Een uitkijktoren steekt boven de bomen uit.

Wat dacht je van daar?” zeg je met een glimlach. Ik volg je blik naar de toren. We hebben er al zo vaak langsgelopen, maar ik ben er nog nooit naar boven gegaan. Er is iets spannends aan de toren, nu vooral, in het donker. “Zullen we?” vraag ik, een beetje plagend, al wetende dat jij altijd openstaat voor iets onverwachts. “Ja, laten we het doen,” antwoord je met een grijns. We rennen naar de toren toe, hand in hand, alsof we even kinderen zijn die een nieuw avontuur ontdekken.

Bij de trap aangekomen voel ik mijn hart sneller kloppen, niet alleen door de inspanning, maar ook door een spanning die ik niet helemaal kan plaatsen. Wanneer we de treden opgaan, voel ik je hand stevig in de mijne. Elke stap brengt ons hoger en het hout van de trap kraakt onder ons gewicht. De wind wordt sterker en frisser, en mijn hart klopt steeds harder. Jij loopt vlak achter me, en ik voel je warmte, zelfs in de koele avond. Bovenaan de toren staan we stil. De nacht strekt zich voor ons uit, een zee van duisternis met lichtjes in de verte.

De sterrenhemel schittert helder boven ons. Ik kijk naar jou, zie hoe je verwonderd naar het uitzicht staart, en ineens voel ik iets vreemds. Het is alsof ik je voor het eerst echt zie. Niet alleen als mijn vriendin, maar als… meer dan dat. Ik weet niet waarom, maar ik voel me ineens kwetsbaar, blootgesteld aan de nacht en aan jou. Jij draait je hoofd naar me toe, onze blikken kruisen elkaar, en ik zie iets nieuws in je ogen. Een zachtheid, een nieuwsgierigheid, en mijn adem stokt.

Het is mooi hier,” zeg je zachtjes, en ik knik. Maar je stem klinkt anders. Zachter, voller. Alsof elk woord een nieuwe betekenis krijgt. Terwijl we daar staan, zo dicht bij elkaar, voel ik ineens een verlangen dat ik nog nooit eerder heb gevoeld. Jouw hand zoekt de mijne weer, en ik pak hem vast, onze vingers verstrengeld. We kijken elkaar aan, en zonder dat iemand het uitspreekt, beweeg ik naar je toe. Het voelt natuurlijk, bijna alsof dit altijd al tussen ons hing, verborgen onder jaren van vriendschap.

Wanneer ik dichterbij kom, voel ik je adem tegen mijn gezicht, warm in de koele nacht. Onze neuzen raken elkaar, en het voelt alsof alles even stilstaat. Jij sluit je ogen, en ik doe hetzelfde. Dan ontmoeten onze lippen elkaar. Eerst voorzichtig, bijna aarzelend, alsof we niet weten wat dit betekent. Maar zodra ik je kus proef, voel ik het verlangen loskomen. Een zachte, intense zoen die alles om ons heen doet vervagen. Ik proef de kou van de lucht op je lippen, de warmte van je mond tegen de mijne, een tinteling die door mijn lichaam gaat.

Jij zoent terug, teder, en ik voel je vingers over mijn hand bewegen. Het is zacht, speels, vol met alles wat we nog niet gezegd hebben. Elk detail is versterkt: de geur van je haar, de wind die ons omhult, de ruwheid van het hout onder mijn handen. Alles lijkt intenser, alsof dit moment al mijn zintuigen openzet. Wanneer we even loskomen om adem te halen, blijven onze voorhoofden tegen elkaar rusten. Ik kijk je aan, je ogen groot en verrast, en ik weet dat ik dezelfde uitdrukking op mijn gezicht moet hebben.

Ik…” Ik wil iets zeggen, maar de woorden blijven hangen. Je glimlacht naar me, zacht en lief. “Ik weet het ook niet,” zeg je zacht. “Maar ik weet wel dat dit goed voelt.” En in dat moment, bovenop de toren, midden in het park, beseffen we dat dit gevoel altijd al tussen ons is geweest. Verstopt, misschien onbewust, maar nu, onder de sterren, helder en onmiskenbaar. Dus we kussen nog een keer, zachtjes en zonder haast, genietend van dit nieuwe avontuur dat we samen hebben ontdekt.

Favoriet opslaan

Lees ook

17 juni 2025

(Not so) New to the game #036

Weet je, als iets oudere vrouw – al voel ik me vaak allesbehalve oud, hoor! – is het niet altijd makkelijk, dat daten. Vooral niet als je, zoals ik, o...
17 juni 2025

Hoge nood: op het toilet #035

Koningsdag in Utrecht had alles mee: zon, muziek, drank en uitzinnige mensen in oranje, wapperend langs de grachten. Zoë had al de hele middag door de...

Welkom bij Queerina

Deze website bevat content die alleen geschikt is voor bezoekers van 18 jaar en ouder.
Door verder te gaan, bevestig je dat je 18 jaar of ouder bent.
Wij hechten veel waarde aan het creëren van een veilige en inclusieve ruimte voor onze bezoekers. Heb je vragen of opmerkingen, neem gerust contact met ons op!