Sascha is met haar kinderen op vakantie. Nadat ze eerder oogcontact had met de overbuurvrouw (#039, deel 1, Kijken tijdens het koken), maakt ze tijdens het afwassen voor het eerst écht contact. En hoe! Hun handen raken elkaar, en bij beiden is direct een elektrische spanning voelbaar.
Later die avond doen ze mee aan het karaokefeest op de camping (#040, deel 2, Knuffel na de karaokeavond). Vol overgave zingen ze een duet op The Giver van Chappell Roan, waarbij hun chemie niet onopgemerkt blijft. Blikken, aanrakingen en speelse opmerkingen maken de spanning voelbaar.
Aan het eind van de avond volgt een knuffel die nét iets te intens is om gewoon vriendschappelijk te zijn. Beiden voelen dat dit meer is dan een toevallige ontmoeting… het knettert tussen hen. En dan breekt de volgende ochtend aan…
Sascha heeft heerlijk geslapen. Ze werd wakker van een koekoek die onophoudelijk zijn roep liet horen vanuit één van de bomen. Leuk hoor, maar na de vijfde keer ook een beetje irritant. Ze draait zich loom op haar zij en denkt terug aan de avond ervoor. Ja… dat was leuk. Heel leuk. Zou Laura er nog zijn?
Ze kijkt op haar horloge. 08.24 uur. Als zij Laura was, had ze nog tot zeker tien uur geslapen. Dat waren nog eens tijden, denkt ze met een glimlach.
‘Goedemorgen, mam!’ Twee grote ogen staren haar verwachtingsvol aan. Haar dochter zit al rechtop naast haar luchtbed.
‘Grumpff…’ bromt Sascha, haar stem nog zwaar van de slaap.
‘En, hoe heb je geslapen?’
‘Euh, ja… wel goed geloof ik. Is je broer ook al wakker?’
‘Nee, nog niet. Maar mag ik dan zo zelf broodjes halen?’
‘Laat me even wakker worden zeg…’
‘Ja, precies! Dan kun jij wakker worden, en dan ga ik broodjes halen. En tafel dekken en zo.’
Dat idee spreekt Sascha wel aan. Ze geeft haar dochter de pinpas mee en ziet hoe ze vol enthousiasme haar slippers aanschuift. Zelf pakt ze een handdoek en wat kleding, stopt haar toilettas in de grote shopper en ritst de tent open. Meteen glijdt haar blik naar de overkant. Laura’s tent staat er nog. Een golf van opluchting spoelt door haar heen. Gelukkig… Ze fronst lichtjes. Gelukkig? Hoezo gelukkig? Ach, waarom ook niet. Het was gewoon leuk. Meer dan leuk. Ze grijnst om haar eigen gedachten.
Met de shopper over haar schouder loopt ze het pad op richting het douchegebouw. Het grind knarst onder haar slippers, de ochtendzon prikt al warm op haar huid. Vandaag heeft ze zin om langzaam wakker te worden onder de straal van het water.
Het douchehokje is klein en krap. Haar tas staat in de hoek, kleren opgestapeld zodat ze niet nat worden. Sascha drukt op de knop; een straal water klettert naar beneden, te hard, scheef, en na dertig seconden stopt het alweer. Met een zucht drukt ze opnieuw. Normaal maakt ze hier haar hoofd leeg, maar vandaag lukt dat niet.
Steeds weer verschijnt Laura voor haar ogen. Die warme blik tijdens de karaoke, de knuffel van gisteren, de manier waarop hun lichamen tegen elkaar aandrukten… Ze sluit haar ogen en laat het water langs haar schouders glijden. In haar gedachten gaat de deur zachtjes open. Laura stapt naar binnen, een ondeugende lach om haar mond. Het hokje is nauwelijks groot genoeg voor één persoon, laat staan voor twee. Toch schuift Laura dichterbij, zodat hun lichamen elkaar raken. Haar natte huid glanst, en ze legt een hand op Sascha’s arm, langzaam naar beneden glijdend, alsof ze haar claimt in dit piepkleine hok.
Sascha voelt hoe haar hart sneller klopt bij de gedachte. Hoe het zou zijn om hier te staan, met Laura zo dichtbij dat ze geen kant meer op kan? Het onophoudelijke kletteren van water, de geur van douchegel en huid die zich mengt met de warmte. Laura’s lippen zouden haar net achter het oor raken, zacht, plagend. Een kus, een likje, een ademhaling die kort en warm langs haar huid glijdt…
Plots galmt er een stem door het douchegebouw. ‘Maaa-haam! Het ontbijt is klaaahaar! En ik heb koooohfffie voor je!’ Haar dochters stem, luid en ongeduldig, vult de ruimte. Sascha schrikt en lacht tegelijk, terwijl ze haar handen door haar natte haar haalt. Bam! Weg droom. Terug naar de realiteit. Terug naar de tent.
Met een glimlach op haar gezicht over de timing van haar dochter loopt ze frisgewassen terug naar de tent. Op de tafel staan de broodjes, beleg, een mok dampende koffie en twee bekers thee al te wachten. Haar dochter straalt van trots. Haar zoon gaapt nog half slaperig boven een bord met een croissant.
Sascha ploft neer en bedankt haar dochter met een kus op haar hoofd. Terwijl ze haar mok oppakt, vraagt ze: ‘Hebben jullie lekker geslapen? Nog iets moois gedroomd?’
‘Ik droomde dat ik op een trampoline sprong en toen opeens in het zwembad belandde,’ zegt de jongste, met volle overtuiging.
De oudste trekt haar wenkbrauwen op. ‘Ik niet hoor. Ik droom bijna nooit… of ik onthoud ze gewoon niet.’
Sascha glimlacht en knikt, maar terwijl ze haar koffie naar haar lippen brengt, dwaalt haar blik onvermijdelijk weer naar de overkant. Laura’s tent staat er nog, stil, zonder beweging. En toch voelt Sascha een spanning in haar buik — alsof het elk moment anders kan zijn.
‘Mam?’ Haar oudste tikt met haar vork tegen het bord. ‘Je luistert helemaal niet.’
‘Jawel hoor,’ zegt Sascha, iets te snel.
‘Echt niet,’ mengt de jongste zich in het gesprek. ‘Je zit gewoon weer te kijken naar de tent van Laura.’
Sascha verslikt zich bijna in haar koffie. ‘Onzin,’ zegt ze schor, terwijl ze een broodje in tweeën scheurt. Maar haar dochters blik spreekt boekdelen: die gelooft er niets van.
Na het ontbijt trekken ze eropuit. Eigenlijk was Sascha liever op de camping gebleven, om nog een glimp van Laura op te vangen of haar even gedag te zeggen. Maar zoals dat gaat met streekmarkten: die zijn vaak alleen ’s ochtends, en de kinderen hadden er al de hele week naar uitgekeken. Dus ze moest de gok nemen. In gedachten hoopt ze vurig dat Laura er straks nog is.
De markt is een feest van geuren en kleuren. De kinderen lopen voorop, proeven stukjes kaas en vers fruit en laten zich verleiden tot een zakje stroopwafels dat ze trots met twee handen vasthouden. Sascha slentert erachteraan met een grote shopper. Ze koopt brood, tomaten en een fles rosé, terwijl haar gedachten telkens terugglijden naar de camping. Naar Laura.
Rond lunchtijd zijn ze terug. Ze parkeren de auto en zodra ze het pad naar het veld oplopen waar hun tent staat, glijdt Sascha’s blik automatisch naar de overkant. Laura’s tent staat er nog steeds. Er valt iets van haar schouders. Een opluchting die ze nauwelijks aan zichzelf wil toegeven.
Na het uitpakken van de boodschappen is het tijd om te lunchen. De kinderen vallen aan op het verse brood. Sascha schenkt drinken in, knijpt haar ogen tegen de zon en laat haar blik door het veld gaan. Dan ineens, vangt ze beweging. Laura komt terug van de douches, haar haar in een handdoek gedraaid. Haar toilettas bungelend in haar hand. Hun blikken kruisen en Laura glimlacht.
‘Hé, goedemiddag. Lekker geslapen?’ vraagt Sascha zo neutraal mogelijk.
‘Ja,’ zegt Laura schor. Ze hoest kort, alsof ze haar stem terug wil krijgen, maar zonder succes.
‘Vanavond is er een barbecue, hoorde ik,’ zegt Sascha.
‘Ja klopt, ik zag inderdaad op de posters in de badkamer,’ antwoordt Laura, haar stem warm en rasperig. ‘Ik denk dat ik er wel bij ben. Al moet ik voorzichtig zijn met mijn stem… jullie hebben me gisteren nog horen zingen.’
Sascha glimlacht en kan het niet laten. ‘Met die stem zou je zo Katja Schuurman kunnen zijn. Echt… heeeeel sexy.’
Laura lacht, schudt haar hoofd en haalt haar schouders op. ‘Nou, dat is de eerste keer dat iemand mijn schorre ochtendstem met een compliment vergelijkt.’
‘Neem het maar gewoon aan,’ zegt Sascha met een ondeugende knipoog.
De spanning hangt er meteen weer. Dan vraagt Sascha: ‘Dus… je hebt besloten om toch nog wat langer te blijven?’
Laura knikt, zonder twijfel. ‘Ja. In ieder geval tot en met morgen.’
Een siddering trekt door Sascha heen. Ze brengt haastig haar mok koffie naar haar lippen, al is die eigenlijk al leeg. Alles om te verbergen dat er een blos omhoog kruipt op haar wangen.
De zon staat hoog aan de hemel wanneer Laura langs slentert. Haar haar is inmiddels droog en valt losjes achterover. ‘Ik ga zo even naar de supermarkt,’ zegt ze. ‘Heb jij nog iets nodig?’
Sascha denkt een moment na. ‘Misschien een lekkere fles wijn voor vanavond? Voor bij de barbecue.’
‘Komt goed, dat regel ik,’ antwoordt Laura met een glimlach.
Wanneer ze is verdwenen, nemen de kinderen het veld weer over met hun spel. Sascha ploft in een stoel, een tijdschrift op schoot. Ze slaat de bladzijden open, maar leest nauwelijks. Haar gedachten dwalen steeds af. Het is heerlijk weer, maar Sascha kan er weinig van genieten. In haar hoofd gonst slechts één vraag: hoe lang zal Laura wegblijven?
Een uur later hoort ze voetstappen het pad op komen. Het is Laura. Met een boodschappentas in de ene hand, een fles wijn in de andere. Precies op dat moment stormen de kinderen giechelend langs met hun waterpistolen. ‘Mama, kijk uit!’ roept de jongste, en Sascha gilt half gespeeld terwijl ze natgespoten wordt. Ze grijpt ze lachend beet, knuffelt ze door elkaar, hun haren en kleren druipend van het water.
Laura komt dichterbij en krijgt meteen ook de volle laag. Met een gil probeert ze opzij te springen, maar te laat: een straal water spat recht over haar losvallende t-shirt. De dunne stof plakt tegen haar huid, haar silhouet duidelijker zichtbaar in het zonlicht.
Sascha lacht hardop, maar voelt tegelijk een tinteling in haar buik. ‘Tja… zo zie je er toch ook wel heel aantrekkelijk uit. Zo’n nat t-shirt staat je goed, hoor.’
Laura trekt een wenkbrauw op, haar mondhoeken krullen ondeugend omhoog. ‘Oh… is dat zo? In dat geval,… hoop ik dat ze nog niet klaar zijn met schieten.’
Tegen zeven uur begint het centrale veld langzaam vol te lopen. Vanuit alle hoeken van de camping stromen gezinnen en groepjes mensen toe, gewapend met klapstoelen, koelboxen en borden. Kinderen rennen met natte haren nog in zwemkleding heen en weer, terwijl ouders gaan zitten aaan de lange tafels of hun eigen stoelen ergens in het gras uitklappen. De geur van houtskool hangt al in de lucht, vermengd met het sissen van vlees en het zoete aroma van gebakken paprika. Natuurlijk ontbreken het stokbrood en de rijen sausjes niet.
Ook Sascha en de kinderen sluiten zich aan bij de stoet. Haar zoon sjouwt met een campingstoel die eigenlijk te groot voor hem is. Haar dochter balanceert trots een schaal met broodjes onder haar arm. Laura voegt zich bij hen, met in haar hand de fles wijn die ze eerder heeft gehaald. ‘Zal ik deze straks maar openen?’ vraagt ze met een glimlach. Sascha knikt en voelt een tinteling bij de vanzelfsprekendheid van dat straks.
Het feest is gezellig. De decoratie met lampionnen zorgen voor een festivalsfeertje. En de muziek, een mix van meezingers tot gold oldies, past helemaal bij het geheel. De kinderen verdwijnen al snel naar een groepje leeftijdsgenoten, hun gelach klinkt ergens bij de stapel ligstoelen aan de rand van het veld.
Sascha en Laura zetten hun stoelen naast elkaar neer. Net iets te dicht misschien, want hun knieën raken af en toe. Hun gesprekken loopt als vanzelf: vakanties, favoriete muziek, dromen die ze stiekem koesteren. Laura legt af en toe haar hand op Sascha’s arm om iets te benadrukken, en elke keer voelt Sascha hoe die aanraking nazindert, alsof haar huid er warmer van wordt.
Soms lachen ze hardop om een grap, soms wordt het stil omdat hun blikken bij elkaar blijven hangen. Sascha betrapt zichzelf erop dat ze Laura’s mond langer volgt dan de woorden die eruit komen. De verlichting boven hen geven een zacht licht dat Laura’s ogen laat glanzen, en in dat moment lijkt alles om hen heen weg te vallen.
Daar komt de buurman van de caravan aan het begin van het veld aanlopen. Zijn overhemd half los, een biertje in de hand. Hij laat zijn blik over de vrouwen glijden en zegt met een grijns: ‘Zo dames, smaakt het eten net zo lekker als jullie eruitzien?’
Sascha’s lach stokt. Er trekt een golf van ongemak en lichte ergernis door haar heen. Dit soort opmerkingen heeft ze vaker gehoord en meestal lacht ze ze weg. Maar nu voelt het vooral alsof iemand zich tussen haar en Laura dringt, op een moment dat van hen was. Voor ze kan reageren, neemt Laura het al over. Ze schiet in de lach, buigt iets naar Sascha toe en zegt plagerig: ‘Volgens mij red jij het niet tegen ons tweeën.’ Haar ogen blijven kort op Sascha hangen, haar glimlach veelzeggend.
Sascha voelt een tinteling, bijna alsof er onzichtbaar iets tussen hen bevestigd wordt. ‘Ja,’ voegt ze quasi-onschuldig toe, ‘we zijn niet makkelijk te overtreffen, hè.’
De buurman trekt een overdreven pruillip, maar heft daarna zijn handen in een gebaar van overgave. ‘Nou moe, …nou de boodschap is duidelijk hoor! Dan laat ik jullie maar flirten zonder mij maar mét elkaar.’ Met een brede grijns schuifelt hij weer terug naar zijn eigen groep.
Ze kijken hem na, dan elkaar, en proesten het tegelijk uit van het lachen. De spanning breekt even open, maar wordt er alleen maar sterker door. Laura legt een hand op Sascha’s knie, heel even, alsof het een terloopse beweging is. Maar de druk van haar vingers blijft hangen, brandend door de stof heen. Sascha kijkt opzij, ziet hoe Laura’s ogen glanzen in het lampionlicht, en voelt hoe haar adem iets sneller gaat.
De avond vordert en de lucht kleurt donkerblauw. Sascha beseft dat het tijd is om de kinderen naar bed te brengen. Ze neemt afscheid van een paar campingburen en samen met Laura loopt ze richting hun tent. Binnen een kwartier zijn de tanden gepoetst, de pyjama’s aangetrokken en liggen de kinderen onder de dekens — loom, tevreden en al half weggezakt in slaap.
Wanneer Sascha weer buitenkomt, staat Laura bij haar eigen tent. Hun blikken kruisen; het voelt als een draad die de hele avond al gespannen staat en nu alleen maar steviger wordt.
‘Nog zin in een drankje?’ vraagt Sascha, haar stem luchtig, maar haar hartslag verraadt meer.
‘Met jou? Altijd,’ antwoordt Laura met een glimlach die diep in Sascha’s buik kriebelt.
Ze schenken twee glazen wijn in en zakken samen neer in de tweepersoons-uitvouwstoel. De avondlucht is frisser geworden; de warmte van de dag is weggezakt. Een dunne kilte sluipt het veld op. Sascha trekt een dekentje over hun benen. Laura schuift dichterbij. Hun heupen en ellebogen raken elkaar.
Even zeggen ze niets. Alleen het ruisen van de wind in de bomen en het verre geroezemoes van stemmen en muziek vullen de stilte. Dan rekt Laura zich ogenschijnlijk nonchalant uit, maar in dezelfde beweging laat ze haar arm om Sascha’s schouders glijden. Een heerlijk cliché, maar ze doet het langzaam, alsof ze ruimte laat om weg te leunen. In plaats daarvan schuift Sascha juist dichter naar haar toe.
Hun ogen vinden elkaar. Eerst vluchtig, alsof het toeval is. Dan blijft Laura’s blik hangen — intens, donker maar tegelijk open, alsof ze Sascha uitnodigt dichterbij te komen zonder een woord te zeggen. Haar lippen staan net van elkaar, glanzend in het lampionlicht. Sascha voelt hoe haar adem stokt, een seconde te lang ingehouden.
Langzaam bewegen ze naar elkaar toe. Centimeter voor centimeter. Alsof elke fractie van afstand gevuld is met spanning. Elke inademing, elke kleine verschuiving van hun houding wordt hoorbaar, voelbaar, bijna tastbaar.
De eerste aanraking van hun lippen is kort, bijna aarzelend. Een zachte verkenning die nauwelijks een paar seconden duurt. Het is alsof er een vonk overspringt, een elektrische lading die zich razendsnel door Sascha’s lijf verspreidt. Haar buik trekt samen, haar hart klopt wild tegen haar ribbenkast. Ze voelt de hitte meteen in haar wangen branden. De smaak is een mengeling van restjes wijn: fruitig en scherp tegelijk. Haar huid tintelt.
Dan volgt een tweede kus. Dieper, voller, langer. Laura’s lippen drukken steviger tegen de hare, vastberaden. Het ritme van hun ademhaling verandert; elke uitademing mengt zich, warm en vochtig, met die van de ander. Sascha’s hand beweegt vanzelf. Haar vingers glijden langs de lijn van Laura’s kaak, haar duim strijkt langzaam omhoog en raakt de rand van haar oor. Ze voelt de spanning van spieren die zich aanspannen en weer loslaten, het subtiele trillen van Laura’s huid onder haar aanraking.
Hun lippen blijven zoeken, eerst voorzichtig, dan intenser. Soms zacht, dan weer dieper.
Het dekentje zakt weg, vergeten. Hun lichamen drukken tegen elkaar, het dunne katoen nauwelijks een barrière. De geluiden om hen heen vervagen tot een verre achtergrond. Er blijft alleen het ritmische geluid van hun kussen en hun ademhaling. Een zachte kreun ontsnapt Sascha, nauwelijks hoorbaar, maar genoeg om Laura te laten glimlachen tegen haar mond. Dat kleine gebaar maakt de kus nog intenser, gretiger, alsof ze allebei zeker willen weten dat dit niet alleen verbeelding is.
Sascha’s vingers glijden langs Laura’s nek, voelen de warmte en de kleine spanning van spieren die onder haar huid trillen. Ze volgt de lijn naar beneden, over haar sleutelbeen, voor ze zich weer vastklemt alsof ze bang is los te laten. Laura’s hand rust op haar heup, duwt haar dichterbij, beslist en toch teder, alsof er geen ruimte meer tussen hen mag bestaan.
Wanneer hun lippen eindelijk loskomen, blijven hun voorhoofden tegen elkaar rusten. Hun adem is kort, zwaar en onregelmatig. Sascha’s lippen tintelen, haar hele lijf gonst alsof het nog naresoneert van de kus.
‘Ik… ik euh… wil het rustig aan doen,’ fluistert ze, haar stem schor, breekbaar.
Laura knikt langzaam. Haar vingers strelen langs Sascha’s kaak, traag, alsof ze elke centimeter wil onthouden. Haar ogen blijven in die van Sascha haken, intens en warm. ‘No worries.…’ Ze laat haar duim kort over Sascha’s onderlip glijden, een teder gebaar dat brandt als een belofte. ‘Maar ik wilde nog niet gaan… ik wilde JOU nog niet laten gaan.’
wordt vervolgd

Heb je de andere delen van de zomerserie ‘op de camping’ al gelezen?
en het vervolg, het vierde en laatste deel komt er aan!
Vind je deze stijl van verhalen leuk? Dan denk ik dat ‘op grote hoogte’ je ook zal aanspreken.
Ben je meer dan de korte verhalen die qua spicyness in de categorie ‘mild’ vallen?
Favoriet opslaanVerhalen over biseksuele ervaringen
Spannende verhalen over twee personen
Verhalen over spanningen in groepen
Verhalen geschreven vanuit het ik-perspectief
Verhalen geschreven vanuit het jij-en-ik-perspectief
Verhalen over solo-activiteiten
Verhalen over trio’s
Verhalen geschreven vanuit het zij-perspectief